WETGEVENDE EN UITVOERENDE MACHT Het parlement van Hongarije, de Nationale Assemblee (Országgyülés), gevestigd in Budapest, bestaat uit één kamer met 386 zetels. De volksvertegenwoordigers worden voor vier jaar gekozen door stemgerechtigde inwoners van 18 jaar en ouder. Hongarije kent een kiesstelsel dat zowel op evenredige vertegenwoordiging, als op een districtenstelsel gebaseerd is. Het parlement vormt de wetgevende macht; de uitvoerende macht berust bij de president en de Raad van Ministers. De president wordt door het parlement gekozen voor een termijn van vier jaar en kan hooguit één keer herkozen worden. In 1990 werd voorgesteld om de president direct door de bevolking te laten kiezen, maar het referendum dat hierover moest beslissen, kende een te lage opkomst. Het parlement benoemt op aanbeveling van de president de Raad van Ministers, die geleid wordt door de premier en die de feitelijke leiding heeft over het bestuur van het land. Het regionale bestuur wordt uitgevoerd door 19 provincies of komitaten (megyék), waarvan de hoofdstad er één is. De provincies zijn verder onderverdeeld in 128 districten en 3199 gemeenten. Ze worden bestuurd door gekozen raden die worden gekozen voor een periode van vier jaar; het dagelijks bestuur is in handen van uitvoerende comités, die door de besturende raden worden gekozen en gecontroleerd.
Daarnaast zijn er vijf stadsgewesten, tevens provinciehoofdsteden, op het bestuurlijk niveau van de megyék. Budapest met 22 megyék-raden en een centrale stadsraad neemt een aparte positie in.
Provincie |
Hoofdstad |
Inwoners |
Baranya |
Pécs |
425.000 |
Bács-Kishun |
Kecskemét |
575.000 |
Békés |
Békéscaba |
445.000 |
Borsod-Abaùj-Zemplén |
Miskolc |
780.000 |
Csongrád |
Szeged |
440.000 |
Fejér |
Szekesfehérvár |
390.000 |
Györ-Moson-Sopron |
Györ |
405.000 |
Hajdú-Bihar |
Debrecen |
530.000 |
Heves |
Eger |
345.000 |
Jász-Nagykun-Szolnok |
Szolnak |
450.000 |
Komárom-Esztergom |
Tatabánya |
300.000 |
Nógrad |
Salgótarján |
240.000 |
Pest |
Budapest |
875.000 |
Somogy |
Kaposvár |
365.000 |
Szabolc-Szatmár-Bereg |
Nyiregyháza |
590.000 |
Tolma |
Szekszárd |
255.000 |
Vas |
Szombathely |
280.000 |
Veszprém |
Veszprém |
410.000 |
Zala |
Zalägerszeg |
265.000 |
POLITIEKE PARTIJEN
De belangrijkste politieke partijen zijn: het Verbond van Jonge Democraten-Hongaarse Burgerpartij (FIDESz-MPP), de Hongaarse Socialistische Partij (MSzP, voortzetting van de Hongaarse Socialistische Arbeiderspartij, die jarenlang de dienst uitmaakte), de Partij van Kleine Landeigenaren (FKgP), de Alliantie van Vrije Democraten (SzDSz, liberalen), het Hongaars Democratisch Forum (MDF, centrumrechts) en de Hongaarse Gerechtigheidpartij (MIEP).
In 1991 trad Hongarije uit het Warschaupact. Met Duitsland werd in 1992 een vriendschapsverdrag gesloten. De relatie met de buurlanden Joegoslavië (Servië), Slowakije en Roemenië werd in de eerste helft van de jaren negentig beheerst door discussies over de positie van de Hongaarse minderheden in die landen en over het erkennen van de grenzen. Met Slowakije werd hierover in 1995 een akkoord bereikt. In 1992 was ondertussen een conflict tussen president en regering ontstaan over inmenging door de regering in de leiding van de staatsradio en -televisie; er werden demonstraties gehouden tegen de beperking van de persvrijheid. In het MDF kregen extreemrechtse elementen steeds meer ruimte.
In 1992 werd door de zgn. Visegrad-Vier (Hongarije, Polen, Tsjechië en Slowakije) overeengekomen uiterlijk in het jaar 2001 een gezamenlijke markt te vormen, samen met de EU. In 1994 werd als resultaat hiervan een associatieverdrag met de EU van kracht (Europa-akkoord), waardoor Hongaarse producten makkelijker op de Europese markt verkocht kunnen worden. In dat jaar werd ook het EU-lidmaatschap aangevraagd en werd met de NAVO een Partnerschap voor Vrede overeengekomen.
De verkiezingen van 1994 werden gewonnen door de vroegere socialisten, die de absolute meerderheid in het parlement kregen. De linkse coalitieregering onder leiding van Horn Gyula introduceerde een streng bezuinigingsprogramma, gericht op het verkrijgen van macro-economische stabilisatie. Dit leidde aanvankelijk tot vermindering van de economische groei en het loonpeil. Vanaf 1997 vertoonde de economie echter weer tekenen van opleving.
In 1997 werd Hongarije samen met Polen en Tsjechië door de NAVO uitgenodigd toe te treden tot het bondgenootschap en op 8 juli 1997 werd Hongarije lid van de NAVO. Ook zat het land in de groep waarmee de EU besloot verdere stappen naar toetreding te nemen. Met de verkiezingen van mei 1998 kwam er een einde aan de MSzMP-regering. De rechts-liberale Fidesz partij (Federatie van Jonge Socialisten) van de controversiële Orbán Victor won de verkiezingen en vormde een coalitie met de Conservatieven en de Christen-democraten.
ÉÉNENTWINTIGSTE EEUW
|
Mádl Ferenc |
|
Sólyom László |
In juni 2000 werd de gematigd conservatieve Mádl Ferenc de tweede president van Hongarije. Hij volgde de liberaal Göncz Árpád op, die na twee ambtstermijnen noodgedwongen afscheid moest nemen van het presidentschap.De tweede ronde van de parlementsverkiezingen in april 2002, leidden tot een wisseling van de macht. FIDESZ, de regerende conservatieven van premier Orbán werden nipt verslagen door een coalitie van socialisten en liberalen. Orbáns partij kreeg weliswaar de meeste zetels in het nieuwe parlement, maar slaagde er niet in de meerderheidvan de kiezers achter zich te krijgen. De socialisten (MSzP) en de Liberalen (SzDSz) behaalden met 198 van de 386 zetels een krappe meerderheid.
Op 5 augustus 2005 werd de liberaal-conservatieve jurist Sólyom László officieel de nieuwe en derde president van Hongarije.
Sólyom was de eerste opperrechter van het Hongaarse constitutionele hof na de val van het communisme. Hij was rechter van 1990 tot 1998, een periode waarin het hof onder meer besloot de doodstraf af te schaffen. Eind jaren '80 was hij een van de afgevaardigden van de oppositie die onderhandelden met de communistische regering over een overgang naar democratie in Hongarije en drukte vervolgens zijn stempel op de grondwetgeving van het land. Solyom wil geen kleur bekennen als het om zijn politieke voorkeur gaat. "Voor de conservatieven ben ik een liberaal, voor de liberalen ben ik een conservatief. Ik ben de Belg in Hongarije" zo verklaarde de nieuwe president in een interview met de krant 'Magyar Hirlap'. Sólyom verwees daarmee naar de spanningen tussen de Vlamingen en de Walen. In Hongarije is de politieke tegenstelling tussen liberalen en conservatieven groter dan die tussen links en rechts. In een korte toespraak na zijn benoeming zei Sólyom dat hij de eenheid van Hongarije wil weerspiegelen en dat geen van de partijen in het Hongaarse parlement zijn aanstelling als een nederlaag zou moeten beschouwen.
De in januari 1942 in het ZuidHongaarse Pecs geboren Sólyom is gehuwd en heeft twee kinderen en negen kleinkinderen.
|
|
Schmitt Pál |
Op 29 juni 2010 verkoos het Hongaarse parlement met een ruime meerderheid de centrum-rechtse Schmitt Pál tot president (° 13 mei 1942 in Budapest). De vierde president Schmitt, van de conservatieve partij Fidesz, kreeg 263 stemmen achter zijn naam, meer dan de tweederdemeerderheid die officieel nodig was. Slechts 59 leden van het parlement stemden voor de socialistische kandidaat Balogh András. Schmitt volgde vanaf 5 augustus de vorige president Sólyom László op voor een termijn van 5 jaar. Zoals geweten heeft de Hongaarse president eerder een ceremoniële rol.
In 1993 werd hij benoemd tot ambassadeur voor Hongarije in Madrid. Hij werkte daar tot 1997. Een jaar later was hij ambassadeur in Zwitserland. Bij de Europese Parlementsverkiezingen 2004 stond hij op de kandidatenlijst voor Fidesz. Hij werd verkozen en trad toe tot de Europese Volkspartij. Na de Europese Parlementsverkiezingen 2009 werd Schmitt vice-voorzitter van het Europees Parlement.
Schmitt Pál is een voormalig Hongaars schermer, IOC-lid en voorzitter van het Hongaars Olympisch Comité. Hij werd twee keer kampioen van Hongarije. Op de Olympische Spelen in 1968 in Mexico-Stad en op de Olympische Spelen in 1972 in München won hij met zijn team de gouden medaille. Tussen 1983 en 1988 was hij secretaris-generaal van het Hongaars Olympisch Comité en tussen 1981 en 1990 was hij staatssecretaris van Sport. In 1983 werd hij tevens lid van het IOC. In 2001 solliciteerde hij naar de post van voorzitter van het IOC, maar werd verslagen door de Belg Jacques Rogge. Schmitt is getrouwd met de turnster Makray Katalin, die een zilveren medaille won op de Olympische Spelen in 1964 in Tokio. Samen hebben ze drie dochters.
|
Áder János |
|
Kövér László |
Op maandag 2 april 2012 diende president Schmitt echter ontslag te nemen uit zijn functie na een plagiaatschandaal. Een expertencommissie had vastgesteld dat Schmitt bijna zijn hele doctoraatsthesis uit 1992 van andere auteurs had overgeschreven. De week voor zijn ontslag had de Semmelweis-Universiteit in Budapest hem al zijn titel van doctor af. "Het staatshoofd belichaamt de nationale eenheid. In de huidige situatie voel ik mij dan ook verplicht het mandaat van president af te staan", aldus de rechts-conservatieve politicus in het parlement van Budapest. (artikel uit 'Het Laatste Nieuws' van dinsdag 3 april 201)
Tussen 2 april en 10 mei 2012 werd Kövér László interim-president.
Áder János (° Csorna, 9 mei 1959), een Hongaars jurist en politicus, werd op 2 mei 2012 tot vijfde president van Hongarije benoemd.
Áder studeerde rechtsgeleerdheid aan de ELTE-universiteit in Budapest. Hij specialiseerde zich in de wetgevingswerkzaamheden van het parlement. Van 1986 tot 1990 werkte hij als wetenschappelijk medewerker aan het Instituut voor Sociologisch Onderzoek bij de Hongaarse Academie van Wetenschappen.
Áder is mede-oprichter van de Fidesz-partij en was van 1990 tot 2009 namens deze partij lid van het Hongaarse Huis van Afgevaardigden. Van 1998 tot 2002 was hij voorzitter van het Huis. Vanaf 2009 was hij lid van het Europees Parlement en werkte hij voor het Internationaal Gerechtshof in Den Haag. Op 16 april 2012 werd hij door de coalitie van Fidesz en KDNP als presidentskandidaat voorgedragen. Omdat er geen andere kandidaten waren was zijn benoeming op 2 mei 2012 dan ook slechts een formaliteit.
Áder János is getrouwd met Herczegh Anita, die rechter is, en heeft vier kinderen, drie dochters en een zoon. Áders schoonvader, Herczegh Géza was van 1999 tot 2003 rechter bij het Internationaal Hof van Justitie in Den Haag.
|
Novák Katalin.
|
Novák Katalin (°Szeged, 6 september 1977), een vertrouweling van premier Orbán Viktor, werd met de verkiezingen in april 2022 in het vooruitzicht, op 21 december 2021 door de premier van de regeringspartij Fidesz (conservatieve partij) voorgedragen als zijn kandidaat voor de presidentsverkiezingen van 2022.
Fidesz had dan een twee-derde meerderheid in het parlement. De stemming moest plaatsvinden vóór de verkiezingen in april. De verenigde oppositiepartijen, die het in maart tegen Orbán opnamen onder leiding van de conservatieve politicus Márki-Zay Péter, waren dan ook bang dat als Fidesz de verkiezingen won, en er toch al een moeilijke regeringsperiode inging, hun leven nóg moeilijker zou worden met een partijgenoot van Orbán als president.
Op 10 maart 2022 won Novák Katalin met 137 van de 188 stemmen in de Nationale Assemblee. Daarmee werd zij voor vijf jaar tot het nieuwe staatshoofd verkozen. De kandidaat van de oppositie, Rona Peter, kreeg 51 stemmen. Novák volgt daarmee Áder János op. In Hongarije is de rol van de president vooral ceremonieel, maar de president kan wetgeving vertragen met een doorverwijzing naar het grondwettelijke hof, of zelfs tegenhouden met een veto.
Novák is sinds mei 2022 de zesde president van de Republiek Hongarije. Hiermee is Novák de eerste vrouw in Hongarije die het presidentschap bekleedt, evenals de jongste president in de geschiedenis van Hongarije, gekozen op 44-jarige leeftijd.
Novák werd geboren in Szeged en studeerde na haar schooltijd in 1996 Rechtsgeleerdheid aan de Corvinus-universiteit in Budapest en vervolgens Economie aan de Universiteit van Szeged. Carrière
Haar politieke loopbaan startte in 2001 bij het ministerie van Buitenlandse Zaken en specialiseerde zich in de Europese Unie en daaraan gerelateerde Europese zaken. In 2010 werd ze ministerieel adviseur en in 2012 werd ze benoemd tot voorzitter van het ministerie van Human Resources. In 2014 werd ze staatssecretaris en in 2020 minister voor Gezins- en Jeugdzaken, in welke functies ze ijverde voor beperking voor het recht op abortus. Tussen 2017 en 2021 was ze tevens vice-president van Fidesz.
Novák is getrouwd met Veres István Attila, met wie ze drie kinderen heeft. Veres werkt bij de Nationale Bank Hongarije. Ze woont in het Sándorpaleis in Budapest. Novák hangt de Hongaarse Gereformeerde Kerk aan. Haar familie is aangesloten bij de Duitstalige gemeente in het stadsdeel Pest. Novák is meertalig en spreekt naast Hongaars vloeiend Engels, Duits en Frans.
De Hongaarse president Novak Katalin heeft zaterdag 10 februari 2024 om 17:57 haar ontslag aangekondigd. De president was onder toenemende druk komen te staan voor het verlenen van gratie aan een man die als medeplichtige werd veroordeeld voor het helpen verdoezelen van een geval van seksueel misbruik in een kindertehuis. De man was er en probeerde zijn baas te beschermen. Het schandaal wierp een enorme schaduw over de uiterst nationalistische regering van premier Orbán Viktor.
“Ik heb een fout gemaakt ... Vandaag is de laatste dag dat ik mij tot u richt als president”, zei Novak in een toespraak die werd uitgezonden op de staatstelevisie. Duizenden betogers hadden vrijdagavond in de Hongaarse hoofdstad Budapest het vertrek geëist van Novak. In maart 2022 werd ze de eerste vrouw die deze voornamelijk ceremoniële functie bekleedde. Ook voormalig minister van Justitie Varga Judit, die normaal gezien de Europese Fidesz-lijst van premier Orbán zou trekken, legde haar functie als parlementslid neer omdat ze had ingestemd met de gratie.
Tussen 26 februari 2024 en 5 maart 2024 werd Kövér László opnieuw interim-president (zoals reeds voorheen in de periode 2 april en 10 mei 2012)
Grondwetvoorzieningen bij verkiezing nieuwe president ingeval van ontslagname.
Volgens de grondwet kan elke Hongaarse staatsburger ouder dan vijfendertig tot staatshoofd worden gekozen. De president kan maximaal één keer worden herkozen.
Om het ontslag geldig te laten zijn, is echter ook de aanvaardingsverklaring van het Parlement vereist. Het parlement kan het staatshoofd vragen om binnen vijftien dagen zijn besluit te heroverwegen.
Als de president zijn besluit in een schriftelijke verklaring handhaaft, kan het parlement niet weigeren het ontslag te erkennen.
Het mandaat van de president van de republiek wordt beëindigd op de datum vermeld in de ontslagverklaring, niet eerder dan de vijftiende dag.
Tot de verkiezing van het nieuwe staatshoofd wordt het ambt van president tijdelijk waargenomen door de voorzitter van het parlement, in dit geval Kövér László.
Het nieuwe staatshoofd moet binnen dertig dagen na de beëindiging van het mandaat van de vorige president worden gekozen. |
|
Sulyok Tamás.
|
Sulyok Tamás (°Kiskunfélegyháza, 24 maart 1956), is een Hongaars advocaat, voorheen Voorzitter van het Constitutionele Hof. Hij is gehuwd met Nagy Zsuzsanna, met wie hij 2 kinderen heeft.
In 1980 behaalde hij een diploma rechten aan de Faculteit der Rechtsgeleerdheid en Staat van de József Attila Universiteit van Szeged. Hij begon zijn carrière als rechtbanktekenaar bij de rechtbank van Csongrád. In 1982 slaagde hij voor zijn beroepsjuridisch examen en werkte daarna tot 1991 als juridisch adviseur.
Tussen 1991 en 1996 werkte hij als advocaat bij Sulyok-Japport, en vanaf 1997 bij het advocatenkantoor Sulyok en Ádám. Tussen 1998 en 2002 verzorgde hij de juridische vertegenwoordiging van de gemeente Szeged. Hij was advocaat totdat hij tot grondwettelijk rechter werd gekozen.
Naast zijn juridische carrière had hij ook een commercieel belang via zijn bedrijf Selco dat allerlei producten verkocht, maar die activiteiten in 1992 stopte.
Tussen 2000 en 2014 was hij honorair consul van Oostenrijk in Szeged. In 2004 behaalde hij een kwalificatie als gespecialiseerd jurist in Europees recht aan het ELTE ÁJK Legal Continuing Education Institute. Sinds september 2005 doceert hij als gastdocent staatsrecht en geeft hij een seminar en een optionele college aan de rechtenfaculteit van de Universiteit van Szeged. In 2013 behaalde hij een doctoraat aan de Universiteit van Szeged.
Sulyok werd in 2014 benoemd tot rechter van het Constitutionele Hof van Hongarije en werd in 2016 hoofd ervan. Tijdens zijn ambtstermijn hield hij toezicht op verschillende controversiële uitspraken, zoals die over het recht van leraren om te staken.
In februari 2024 werd hij de kandidaat van de Fidesz-partij om president van Hongarije te worden na het aftreden van Novák Katalin vanwege opschudding over haar gratie van een medewerker in een seksueel misbruikzaak.
Zijn benoeming als president werd op 26 februari 2024 met een tweederde meerderheid (134 voor, 5 tegen en 60 verlieten de Kamer uit protest) goedgekeurd door de Nationale Vergadering, waarbij hij werd gesteund door Fidesz en haar coalitiepartner, de KNDP, waarna hij zijn ambtseed aflegde, hoewel hij de functie pas op 5 maart 2024 formeel zou bekleden.
Oppositiepartijen bekritiseerden zijn benoeming. Zij omschreven Sulyok als politiek onervaren en hielden op 25 februari een bijeenkomst in Budapest waarin werd opgeroepen tot rechtstreekse presidentsverkiezingen.
Sulyok is de zevende president van de Republiek Hongarije.
In zijn inaugurele rede drukte Sulyok zijn voornemen uit om een volger van de letter van de wet te zijn, die zou proberen zich te onthouden van deelname aan het politieke leven in Hongarije. Hij hekelde ook de sancties en procedures die door de Europese Unie tegen Hongarije zijn geïnitieerd vanwege zorgen over de rechtsstaat en het democratisch bestuur, en zei dat “het correct gedefinieerde concept van de rechtsstaat verloren gaat, getransformeerd van een ideaal in een idool in de huidige tijd.” Europa als onderdeel van een puur utilitaire politieke benadering”, en benadrukte dat de EU-lidstaten hun wettelijke nationale soevereiniteit moeten behouden.
Toen hij zijn ambt aanvaardde, was zijn eerste daad als president het ondertekenen van een wetsvoorstel ter goedkeuring van de toetreding van Zweden tot de Noord-Atlantische Verdragsorganisatie op 5 maart.
TOETREDING VAN HONGARIJE TOT DE EUROPESE UNIE De Europese Unie is door de opeenvolgende toetredingen steeds groter geworden. Denemarken, Ierland en het Verenigd Koninkrijk kwamen er in 1973 bij, gevolgd door Griekenland in 1981, Spanje en Portugal in 1986 en Oostenrijk, Finland en Zweden in 1995. Op 1 mei 2004 kon de Europese Unie nog eens tien landen uit Oost en Zuid Europa verwelkomen.
Hongarije diende als eerste van de Oost- en Midden-Europese landen een aanvraag in voor het lidmaatschap van de Europese Unie. Bij de val van de muur in 1989 was Hongarije al vrij sterk op het westen georiënteerd, en sinds die tijd is dat alleen maar voortgezet. Zowel in politiek als in economisch opzicht zijn sinds 1989 goede vorderingen gemaakt. De publieke opinie in Hongarije stond positief tegenover toetreding tot de Europese Unie. 'Udvõzõljük Magyarországon!' (Welkom in Hongarije) is er welgemeend.
Op de EG-top van 24 en 25 oktober 2002 in Brussel hadden de toenmalige vijftien EG-lidstaten ingestemd met het voorstel van de Europese Commissie om met onder andere Hongarije de toetredingsonderhandelingen af te ronden.
Vervolgens was op de top in Kopenhagen op 12 en 13 december 2002 definitief besloten dat de tien landen op 1 mei 2004 konden toetreden tot de Europese Unie. Cyprus, Tsjechië, Estland, Hongarije, Letland, Litouwen, Malta, Polen, Slowakije en Slovenië. Voor Roemenië en Bulgarije wordt 2007 als toetredingsdatum genoemd. Voor Turkije is nog geen jaartal vastgesteld.
Hongarije had in een referendum in april 2003 met een ruime meerderheid vóór de Europese Unie gekozen. Ruim 83 procent van de Hongaarse stemmers zei in het referendum 'ja' tegen de toetreding tot de EU. Maar er was ook een schaduwzijde: meer dan de helft van de kiesgerechtigde Hongaren bleef thuis en bracht geen stem uit. De opkomst lag met 45 procent veel lager dan de voorspelde 60 tot 65 procent. In districten in het noorden en het oosten van het land lag de opkomst zelfs onder de 40 procent.
Van 1 januari 2011 tot 30 juni had Hongarije het Voorzitterschap van de Europese Unie.
Inbedding in Europa:
aantal zetels in het Europees Parlement :
24 van de 732 zetels
in de Raad van de Europese Unie :
12 van de 321 stemmen
ONTWIKKELING RICHTING EUROPA
In het laatste rapport dat de voortgang van Hongarije's aanpassingsproces beschreef, stond te lezen dat Hongarije voldoet aan de politieke criteria van Kopenhagen.
* De democratische instellingen functioneren soepel.
* In 1998 zijn vrije verkiezingen gehouden die tot een soepele machtsoverdracht geleid hebben.
* In maart van 1999 is Hongarije lid geworden van de NATO en in 1998 vervulde het land het presidentschap van de Raad van Europa.
Ook economisch gezien gaat het met Hongarije de goede kant op. Volgens het laatste rapport kan Hongarije beschouwd worden als een functionerende vrijemarkteconomie.
* Concurrentiepositie: Het land moet in staat geacht worden om de concurrentie van andere EG-landen het hoofd te bieden. Sinds 1998 is de economie gegroeid, de inflatie is duidelijk teruggelopen en de werkgelegenheid is voor het eerst sinds 1989 gegroeid. De infrastructuur die de basis voor de markteconomie vormt, is verder versterkt.
* Handel: De handel tussen Hongarije en de Europese Unie is verder toegenomen. De Hongaarse export naar EG-landen is gegroeid van 11.7 miljard euro in 1997 naar 14,5 miljard in 1998. Ook de import nam toe, en wel van 13,6 miljard euro in 1997 naar 16,7 miljard euro in 1998.
Niettegenstaande bepaalde gunstige vooruitzichten wachten de Hongaarse regering nog zware taken. Hongarije heeft immers te kampen met een groeiend overheidstekort en is het land met de grootste staatsschuld van de hele Europese Unie. Daardoor komt de invoering van de euro, gepland tegen 2010, in het gedrang. Bovendien kent het land een stijgende werkloosheid en een verouderde gezondheidszorg die een dringende aanpak vergen. (Toestand in april 2006).
De op 9 juni 2006 nieuw gevormde regering, onder leiding van premier Gyurcsány Ferenc, krijgt het de komende vier jaar knap lastig om Hongarije uit het economisch slop te halen. Kort na het aantreden van de nieuwe regering maakte de premier een reeks besparingen en prijsstijgingen bekend, waaronder een drastisch terugschroeven van het aantal parlementsleden, gemeenteraadslieden en overheidsdiensten, en bv. een met 30% duurder worden van gas en electriciteit. Die maatregelen vielen natuurlijk bij heel wat mensen en instanties niet in goede aarde en er vonden al verschillende demonstraties tegen die voorstellen plaats.
|
Orbán Victor, sinds 2010 Eerste Minister van Hongarije. |
En in september 2006 ontstond heel wat commotie toen uitlekte dat eerste-minister Gyurcsány toegaf de voorbije twee jaar "gelogen en bedrogen" had over de economische toestand in Hongarije, die hij steeds rooskleuriger had voorgesteld dan in werkelijkheid! Met zware tegenbetogingen tot gevolg, het ontslag van de premier eisend.
Op 13 april 2009 werd in het parlement de partijloze minister van Economie Bajnai György Gordon gekozen als nieuwe premier (° Szeged, 5 maart 1968). Hij verving daardoor de socialist Gyurcsány Ferenc, die op 21 maart ontslag genomen had wegens het verlies van zijn politieke geloofwaardigheid.
Bajnai (41 jaar) omschrijft zichzelf als een crisismanager die het land met een pijnlijke, maar onvermijdelijke kuur zo snel mogelijk uit zijn economische crisis wil halen. Hongarije lijdt bijzonder zwaar onder de gevolgen van de wereldwijde economische crisis. Het land kreeg vorig jaar een kapitaalinjectie van twintig miljard euro om de financiële crisis te doorstaan.
Bij de verkiezingen van april 2010 behaalde Fidesz 263 van de 386 zetels, ofwel een meerderheid van ruim tweederde van het parlement. Op 14 mei installeerde president Sólyom László de rechtse Orbán Victor als minister-president. Orbán (°31 mei 1963 in Székesfehérvár) is getrouwd met Anikó Lévai en heeft vijf kinderen. Hij heeft een calvinistische achtergrond.
Inmiddels heeft Orbán internationaal de aandacht getrokken met een nieuwe perswet, die de media allerlei beperkingen oplegt. De meeste kranten verschenen begin december 2010 uit protest met een blanco voorpagina.
Hij is sinds 2010 verantwoordelijk voor democratische erosie in Hongarije: de oppositie wordt sterk tegengegaan, vrijheid van meningsuiting beperkt, de rechterlijke macht beïnvloed en eerlijke verkiezingen consequent ondermijnd.
Bij de Hongaarse parlementsverkiezingen van 6 april 2014 behaalde Fidesz opnieuw een ruime verkiezingsoverwinning. Met 44,5 procent van de stemmen en 133 van de 199 zetels kon Fidesz zijn tweederdemeerderheid in het parlement handhaven en volgde Orbán zichzelf op als eerste minister. Het waren de eerste verkiezingen die volgens het hervormde kiesstelsel (met slechts één kiesronde) plaatsvonden.
Op 8 april 2018 kon Orbán opnieuw de verkiezingen winnen. Fidesz behaalde 48,8 procent van de stemmen, wat 133 van de 199 zetels in het Hongaarse parlement betekende. Met die tweederdemeerderheid kon de Fidesz-partij opnieuw alleen regeren. Op 30 maart 2020 gaf een wet Orbán uitgebreide macht om bij decreet te regeren. Hierdoor mag de Hongaarse regering onbeperkt de noodtoestand verlengen om het coronavirus te bestrijden. Sinds het aantreden van Orbán als regeringsleider bestaan er al zorgen over de onafhankelijkheid van de nieuwsmedia in Hongarije. Honderden media zijn in handen van aanhangers van de president. De Europese Commissie heeft al jaren een conflict met Budapest vanwege de ondermijning van de vrije pers en de rechtsstaat.
Door op 3 april 2022 opnieuw een grote overwinning met zijn partij Fidesz te behalen zal premier Orbán Hongarije de volgende vier jaar kunnen besturen. Fidesz slaagde erin 53 procent van de stemmen (135 van de 199 zetels) binnen te rijven en behoudt zo een tweederde ‘supermeerderheid’ in het parlement. De verenigde oppositie, onder leiding van Péter Márki-Zayis, er niet in geslaagd de partij naar de kroon te steken en leed een pijnlijke nederlaag. Oppositieleden en mensenrechtenorganisaties vrezen dat de premier zijn macht zal gebruiken om wraak te nemen op politieke tegenstanders.
De Russische president Vladimir Poetin heeft de Hongaarse premier Orban Viktor gefeliciteerd met zijn verkiezingsoverwinning. Hij vertrouwt erop een steviger 'partnerschap' met Hongarije te kunnen aangaan "ondanks de moeilijke internationale situatie", meldt het Kremlin. Opmerkelijk gezien n het licht van de oorlog in Oekraïne die op 24 februari 2022 begon door de inval van Rusland.
Ook Marine Le Pen (voorzitter van de radicaal-rechtse Franse partij Rassemblement National (RN), de opvolger van het Front National) feliciteerde Orbán reeds. Zij drukten in 2021 de wens uit samen een radicaal-rechtse fractie in Europa te willen oprichten.
Doordat Hongarije lid werd van de Europese Unie zouden de grenzen met de Oostburen welhaast hermetisch dicht gaan. Dat is ingrijpend voor de grensbewoners, zeker als men bedenkt dat een groot deel van de Hongaren aan de andere kant van die grens wonen, en het is de vraag of het wel kán met de beschikbare middelen. Door grenswijzigingen na de Eerste Wereldoorlog, bij het verdrag van Trianon, verloor Hongarije immers 70% van het oorspronkelijke grondgebied en twee derden van de toenmalige bevolking. Daardoor wonen er in de buurstaten van Hongarije veel Hongaren: in Roemenië zijn meer dan 2 miljoen mensen van Hongaarse afkomst, in Slowakije ca. 700.000, in Servië ca. 400.000, in Oekraïne ca. 200.000 en in Kroatië en Slovenië enkele tienduizenden. Bovendien is Hongarije, samen met Rusland, het Europese land met de meeste staatsburgers die buiten hun land verblijven, ongeveer 1,5 miljoen in Europa en in Noord- en Zuid-Amerika.
Een ander probleem dat alleen door grensoverschrijdende samenwerking opgelost kan worden, is het beheer van de rivier de Tisza. De Tisza ontspringt in de Oekraïense Karpaten en zorgt elk voorjaar en elke herfst voor grote wateroverlast in de regio. Het rivierwater kan ongeremd van het Karpatengebergte de Hongaarse laagvlakte bereiken. LAATSTE AANDACHTSPUNTEN
Op het politieke vlak waren er twee aandachtspunten voor toetreding tot de Europese Unie: de kwaliteit van de rechterlijke macht en de verbetering van de positie van de Roma zigeuners. Vooral dit laatste is een punt van zorg. Er zijn tussen de 400.000 en 600.000 Roma Zigeuners in Hongarije, waar ze verspreid over het land wonen, maar vooral in het noordoosten. Bijna 90% van hen heeft inmiddels een vaste woonplaats. Ze worden, zoals zo vaak, niet als een apart volk beschouwd en komen daarom niet in Hongaarse statistieken voor.
De Roma, beter bekent als zigeuners, zijn afkomstig uit een streek tussen India en Pakistan. Door onderdrukking en discriminatie trokken ze meer en meer richting Europa. De levensomstandigheden in Roemenië, Hongarije en Slowakije zijn er voor hen het slechtst.
De eerste Roma vestigden zich in de 15de eeuw vanuit het noorden van India in Hongarije en bestaan uit drie groepen: de merendeels Hongaarstalige Romungro's (70%), de uit Walachije stammende en aanvankelijk alleen Romanesch (zigeunertaal) sprekende Walach-zigeuners (20%) en de Roemeens sprekende Beázs-zigeuners (10%).
Daar wonen ze samen ofwel in getto's in de steden of op braakliggende terreinen, heel dikwijls oude vuilnisbelten, op het platte land. In steden als Miskolc, Debrecen en Nyíregyháza vertegenwoordigen ze ca. 15% van de bevolking. Discriminaties zorgen voor een vicieuze cirkel en ze worden door de Hongaren met de nek aangekeken. Ze hebben of vinden geen werk, waardoor ze op kosten leven van de belastingbetaler, vinden weinig hulp in de gezondheidszorg, willen of kunnen geen school lopen en op eerlijke rechtspraak kunnen ze ook niet rekenen. Daarnaast kampen ze met hun slechte reputatie als autodieven, gauwdieven, schooiers, enz... hoewel dit maar over een klein deel van de Roma gaat. Maar wat hen zo siert is hun openheid en fierheid.
Hoewel hun positie de laatste jaren niet is verslechterd, is er ook weinig verbetering opgetreden. Toch hebben ook velen al een goede maatschappelijke positie opgebouwd en proberende anderen te helpen dat ook te bereiken.
HONGARIJE EN DE EUROPESE UNIE
Op 17 december 2007 was Hongarije het eerste van de 27 landen van de Europese Unie dat het 'Verdrag van Lissabon' ratificeerde.
Dit 'Verdrag
van Lissabon', ondertekend op 13 december 2007, vervangt de constituerende verdragen van de Europese Unie door het 'Verdrag betreffende de Europese Unie' en het 'Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie' en treedt aldus in de plaats van de afgewezen Europese Grondwet.
Dit verdrag kwam in de plaats van de poging tot eerste Europese Grondwet, die in 2005 door de Franse en Nederlandse kiezers was verworpen, wat aanleiding gaf tot een crisis in de Europese Unie.
Pas nadat alle 27 landen het verdrag zullen geratificeerd hebben, wordt het ook van kracht.
Sinds 2004 werd die Europese Unie inderdaad uitgebreid van 15 tot 27 landen, met voornamelijk toegetreden voormalige Oostbloklanden, wat aangepaste verdragen noodzakelijk maakte.
Van 1 januari tot 30 juni
2011 oefende Hongarije het voorzittersschap uit van de Europese Unie, na België die dat deed van 1 juli tot 31 december 2010.
|